In een paar stappen starten aan de dubbele lange lijnen

Wanneer je hebt bedacht om te gaan werken aan de dubbele lange lijnen, wil je natuurlijk ook weten hoe je er mee begint. Hoe pak ik het handig en veilig aan en wat heb ik allemaal nodig om te beginnen met het werken aan de dubbele lange lijnen? In dit artikel krijg je antwoord op deze vragen.

Allereerst kun je even nagaan of je paard al wat gewend is of nog helemaal groen is. Wanneer je paard al voor de kar heeft gelopen en/of al eens eerder aan de lange lijnen, kan het iets minder spannend zijn om te gaan werken aan de dubbele lange lijnen. Want dan kent je paard het al wel en zal de volgende punten misschien wat vlotter doorlopen. Maar wanneer je een jong paard hebt of een paard want dit nog niet eerder heeft gedaan kan je paard het zeker als spannend ervaren. En is het extra belangrijk om een zekere volgorde aan te houden om veilig aan de dubbele lange lijnen te kunnen gaan werken.

1. Welk materiaal voor het werken aan de dubbele lange lijnen? 

Start met het juiste materiaal. Goed meteriaal kan een hoop ongemak voorkomen. Een set dubbele lange lijnen is wat zwaarder dan bijvoorbeeld een dubbele longeerlijn. Dit is om te voorkomen dat de lijnen om de benen kunnen slaan. Wanneer er eventueel al een lijn om de benen drijgt te komen, valt deze door het gewicht ook direct op de grond en kan het paard gewoon uit het touw stappen.  Een lijn wat licht van gewicht in zal eerder om de benen blijven hangen en kunnen er nare wonden en ongelukken ontstaan. Daarnaast kun je om te beginnen een bitloos sidepull hoofdstel of een trainingshalster gebruiken. Wanneer je paard het werken aan de lange lijnen nog niet kent is een hoofdstel met bit af te raden. En als laatste heb je een longeersingel nodig. Een singel met veel grote ringen of als je al een longeersingel hebt, maar die heeft niet zoveel ringen, kun je er voor kiezen om er een losse ring bij aan te doen.

2.  Waar start je veilig met het werken aan de lange lijnen

Start in een afgezette of afgesloten ruimte. Dit is handig als je paard het nog spannend vindt. Dan kan 'ie je niet door de bak meetrekken als het even tegen zit. In een kleinere ruimte van bijvoorbeeld 14 x 14 meter, blijft je paard om je heen op de cirkel lopen en kun jij zelf ook wennen aan je eigen positie en het contact met de lijnen. Kies ook liever voor een vierkant dan voor een cirkel. Op een cirkel blijft je paard eerder 'aan de omheining plakken' en in een virkant moet je paard zelf op zoek gaan naar zijn balans.

3. Voorbereidende oefeningen

Er zijn voorbereidende oefeningen om je paard te laten wennen aan het feit dat er lijnen langs de achterhand gaan komen. Deze oefeningen zijn grondwerk oefeningen zoals de 'cirkel opzetten' én 'de Lus'

Denk niet; Die voorbereidende oefening heb ik niet nodig, mijn paard is wel braaf.

Soms is het braafste paard degene die de raarste sprongen maakt. Dan is het toch handig dat je op een veilige positie eerst een voorbereidende oefening hebt gedaan in plaats dat je risico gaat lopen achter je paard aan gesleept te worden aan de lijnen.

4.  Opzetten van de lijnen in stappen

Als je de voorbereiding hebt gedaan, kun je beginnen met het opzetten van de lijnen. Het is handig om dit in stappen te doen, zodat je paard er ook even aan kan wennen, dit doe ik zelf graag in 3 stappen.

• Stap 1 is bedoeld om je paard te laten wennen dat er (witte) lijnen langs z'n lijf hangen. Voor sommige paarden is dat in het begin al spannend genoeg. In stap 1 zit de binnenlijn nog niet door een ring van de singel, maar rechtstreeks van het hoofdstel of halster naar je hand. De buitenlijn hangt losjes over de rug van het paard en is in deze stap alleen voor de gewenning daar.
• Bij Stap 2 gaat de buitenlijn langs om achterhand. De binnelijn blijft gelijk en de buitenlijn leg je achter de achterhand langs.
• En in Stap 3 zijn de lijnen volledig opgezet en kun je ook gaan van hand veranderen e.d. Hier zit de binnelijn nu ook door de onderste ring van de longeersingel. En de buitenlijn zit ook door de onderste ring van de singel, aan de andere kant van je paard en achter de achterhand langs. 

5. En dan van afgezette ruimte naar grote rijbaan

Zodra je het gevoel hebt dat je alles in de hand hebt en jij en je paard gewend zijn aan de lijnen, dan kun je naar een grotere ruimte verplaatsen, de rijbaan. Natuurlijk kun je ook in de kleinere ruimte blijven, maar het fijne van het werken aan de dubele lange lijnen is  dat je juist níet afhankelijke bent van het werken op een cirkel. Je kunt in de rijbaan opschuiven naar achter je paard, de menpositie, zodat je ook o.a. zijgangen mee kunt nemen in je training. Alle oefeningen en gangen die je onder het zadel zou kunnen doen, kunnen ook allemaal aan de dubbele lange lijnen.